Dat ene telefoontje veranderde mijn leven.
In 2007 kwam de vraag,of ik me wilde voegen bij de lotgenotengroep. Ik? Ik was erg verbaasd. Ik, die nooit over de gijzeling wilde praten. Het doet zo zeer wanneer je erover praat, leest of er iets over ziet. Dan kun je er toch beter over zwijgen en alles wat hier mee te maken heeft vermijden.
Nee, ik wil er niets mee te maken hebben! En wanneer ik buiten een donker gekleurde man tegen kom, dan plaats je er toch een ‘muur’ tussen en je houdt die persoon heel goed in de gaten. Dan heb ik toch alles onder controle?
Nee, het ging eigenlijk, als ik eerlijk ben, helemaal niet goed, maar het doet zo’n pijn om erover te denken, praten of voelen. Wanneer ga ik er tegenaan om het een dragelijk plekje te geven? In de toekomst wanneer het helemaal niet meer gaat of nu samen met anderen. Lotgenoten wachten natuurlijk niet totdat ik er aan toe ben. Ik besloot met knikkende knieën in te gaan op de vraag.
Nu ben ik blij met dat ene telefoontje. Er vallen veel puzzelstukjes in elkaar. Het voelt zo ontzettend goed om begrepen te worden (soms zonder woorden) en ik voel me na al die jaren niet meer alleen met deze pijn. Pijn doet het soms zeker nog wel, maar ik ga met een goed gevoel naar de bijeenkomsten. Stiekem durf ik ook te zeggen dat ik het erg gezellig vind. En het fijnste van alles is, dat ik de cocon waar ik in opgesloten zat eindelijk samen met de muur om mij heen aan het afbrokkelen ben. Ook is het erg fijn om niet meer waakzaam in bed te liggen en na 32 jaar weer eens door te kunnen slapen. Wanneer ik mijn vrijheid weer helemaal terug heb dan hoop ik andere lotgenoten te kunnen helpen. Nu helpen ze mij!
Lotgenoten heel erg bedankt!!!